Reflectiewaarden: de stille kracht achter goed licht
In deze blog legt Karl Gerritsma, Hoofd Binnendienst bij Attiva, uit waarom de inrichting en het kleurgebruik zo bepalend zijn voor het succes van je verlichtingsproject.
Als lichtontwerper hoor ik regelmatig: We hebben voldoende lichtpunten geplaatst, maar toch lijkt de ruimte zo donker. Wat mensen dan niet weten is dat de oorzaak niet bij de verlichting zelf ligt, maar bij wat er met het licht gebeurt in de ruimte. Als je weet wat voor kleurgebruik men in een project gaat toepassen, kun je daarop je licht aanpassen. Weet je dat niet, dan kun je slechts een aanname doen en werken met standaard reflectiewaarden. Ja, dan moet je maar hopen dat ze de muur niet zwart verven en een zwarte vloerbedekking kiezen. Want dan heb je te weinig licht.
Reflectiewaarden vertellen ons hoeveel licht een oppervlak terugkaatst. Zo reflecteren witte oppervlakken het meeste licht, tot wel 90%. Hoe lichter de kleur, hoe meer licht wordt weerkaatst. Donkere kleuren reflecteren veel minder, vaak maar 10-30%, terwijl zwarte oppervlakken nauwelijks licht terugkaatsen, soms maar 3-5%. De exacte waarden verschillen per materiaal en afwerking, maar het basisprincipe blijft: lichte kleuren maken een ruimte lichter, donkere kleuren vragen om meer verlichting.
Meubilair, materialen en texturen: de ruimte tot leven brengen
Naast de reflectiewaarden en het effect van kleur is er nog een aantal factoren die je lichtplan sterk beïnvloeden: de positie van het meubilair en de gebruikte materialen. In kantooromgevingen is het bijvoorbeeld waardevol om te weten waar bureaus komen te staan. Zo kun je de verlichting precies daar plaatsen waar het goed uitkomt.
Ook het materiaal speelt een belangrijke rol in hoe licht werkt in een ruimte. Een mat oppervlak verspreidt licht gelijkmatig, terwijl glanzende oppervlakken licht reflecteren en potentieel verblinding kunnen veroorzaken. Natuursteen of hout met een mooie nerfstructuur komen pas echt tot leven met de juiste verlichting. Wandarmaturen die strijklicht creëren kunnen de subtiele textuur van materialen zichtbaar maken, terwijl standaard downlights deze textuur volledig kunnen laten verdwijnen.


Vier tips voor een optimale afstemming tussen licht en interieur
- Betrek een lichtspecialist vroeg in het proces
Als het lichtplan pas gemaakt wordt nadat alle interieur- en materiaalkeuzes vaststaan, mis je kansen voor optimalisatie. - Deel kleurmonsters en materiaalstalen
Met concrete stalen kunnen lichtontwerpers nauwkeuriger berekenen hoeveel licht nodig is en waar. - Maak proefopstellingen
Bij twijfel over het effect van verlichting op specifieke materialen of kleuren, maak een kleine proefopstelling. - Denk aan contrast
Sterke contrasten, zoals zeer lichte muren naast zeer donkere vloeren, kunnen vermoeiend zijn voor het oog. Een gelijkmatigere kleurverdeling maakt het makkelijker om een aangename lichtbalans te vinden.
Het loont om samen te werken
Interieurontwerpers en lichtspecialisten hebben uiteindelijk hetzelfde doel: een omgeving creëren waar mensen zich prettig voelen. Door beide disciplines vroeg in het proces samen te brengen, behaal je het beste resultaat.
Als opdrachtgever kun je enorm voordeel halen uit een dergelijke samenwerking. Zorg dat je lichtspecialist vanaf het begin meedenkt met je interieurontwerper. Zo kun je ervoor zorgen dat er gerichte verlichting komt precies waar het nodig is – boven werkplekken en documentenkasten – terwijl loopzones en gesprekruimtes een passende sfeervolle aanpak krijgen. Het resultaat is een harmonieus geheel waar licht en inrichting elkaar versterken in plaats van tegenwerken. Dit bespaart niet alleen kosten achteraf, maar levert ook een prettiger werkklimaat op.
Meer weten?
Wil je ontdekken hoe jouw interieurkeuzes het lichtplan beïnvloeden? Of heb je een project waar je licht en inrichting optimaal wilt laten samenwerken? Neem contact op voor een vrijblijvend gesprek.
Blijf op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van professionele verlichting. Volg onze LinkedIn-pagina.

